Let’s get personal 🙂 Toen ik een kind was, was ik heel verlegen en introvert. Gelukkig had ik steeds vriendinnetjes die dat niet waren, en die zelf op MIJ waren afgestapt, anders had ik nooit met andere kindjes gespeeld. Het was in mijn ogen vooral belangrijk om NIET op te vallen. Dat lukt het beste als je op straat bvb ‘face down’ loopt en je haar steeds voor je gezicht laat vallen.
Tot op een dag (in het 3e middelbaar, dus 14-15 jaar) een van mijn klasgenootjes tegen me zei dat ik eens moest proberen met opgeheven hoofd over straat te lopen en te glimlachen, wow! Ze vertelde me dat ik zou merken dat mensen dan teruglachen en dat ik daardoor meer zelfvertrouwen zou krijgen (behalve over deze gouden raad ging het in hetzelfde gesprek ook over achterwerken, met name het ‘appelgat’ (ik) en het ‘perengat’ (zij, gelukkig is dit een anonieme blog).
Soit, ik heb dat ‘opgeheven hoofd’ geprobeerd en zowaar: het werkte!
Vanaf die dag ging ik overal met de neus in de lucht en bijhorende fake glimlach naar binnen en leerde ik het concept “grote mond, klein hartje”. Pas jaren later hoorde ik dat mensen me vaak arrogant vonden toen ze me nog niet (echt) kenden.
It takes one to know one – dus zo komt het dat ik mensen vrij veel krediet geef wanneer ik ze pas ontmoet, omdat je uiteindelijk nooit weet wat voor iemand die persoon is tot je ze beter leert kennen. Zo had ik eens 2 toffe collega’s, beiden heel fijne madammen (mooie madammen ook trouwens) en ik vond dat die 2 mekaar ook moesten leren kennen (ze werkten in verschillende kantoren). Ik stuitte echter op weerstand, want beide dames vonden de ander precies een beetje arrogant…BINGO!
Ik zette die 2 bij elkaar en wat denk je: ze hebben een uur staan kletsen en konden niet geloven dat ze zo’n fout beeld van mekaar hadden…
In mijn ogen loopt het dus vol met van die ‘ongekuste kikkers’, zolang je geen oprechte interesse toont in een persoon (die uit onzekerheid een masker opzet) en je die ook niet beter leert kennen, zal dat voor jou een koele kikker blijven. Maar weet dat in die kikker soms een hele fijne prins of prinses verborgen zit en dat je vriendschappen voor het leven maakt als je verder kijkt dan je neus lang is…
Soit, ik heb dat ‘opgeheven hoofd’ geprobeerd en zowaar: het werkte!
Vanaf die dag ging ik overal met de neus in de lucht en bijhorende fake glimlach naar binnen en leerde ik het concept “grote mond, klein hartje”. Pas jaren later hoorde ik dat mensen me vaak arrogant vonden toen ze me nog niet (echt) kenden.
It takes one to know one – dus zo komt het dat ik mensen vrij veel krediet geef wanneer ik ze pas ontmoet, omdat je uiteindelijk nooit weet wat voor iemand die persoon is tot je ze beter leert kennen. Zo had ik eens 2 toffe collega’s, beiden heel fijne madammen (mooie madammen ook trouwens) en ik vond dat die 2 mekaar ook moesten leren kennen (ze werkten in verschillende kantoren). Ik stuitte echter op weerstand, want beide dames vonden de ander precies een beetje arrogant…BINGO!
Ik zette die 2 bij elkaar en wat denk je: ze hebben een uur staan kletsen en konden niet geloven dat ze zo’n fout beeld van mekaar hadden…
In mijn ogen loopt het dus vol met van die ‘ongekuste kikkers’, zolang je geen oprechte interesse toont in een persoon (die uit onzekerheid een masker opzet) en je die ook niet beter leert kennen, zal dat voor jou een koele kikker blijven. Maar weet dat in die kikker soms een hele fijne prins of prinses verborgen zit en dat je vriendschappen voor het leven maakt als je verder kijkt dan je neus lang is…